Werk, een huis en een leven in een prachtige omgeving: dat biedt een klein Nieuw-Zeelands dorp aan de stedelingen die zich de hele dag afbeulen om alleen maar vaste lasten te kunnen betalen. Kaitangata heeft te veel werk en te weinig mensen.
“Onze jeugdwerkloosheid ligt op twee”, zegt burgemeester Brian Cadogan van het Nieuw-Zeelandse plaatsje Kaitangata op het Zuidereiland tegen The Guardian. “Niet 2 procent, maar twee mensen.”
Er wonen ongeveer 800 mensen in het dorpje, maar dat is niet genoeg om de bedrijven in de buurt van personeel te voorzien. De zuivelindustrie en zaagfabrieken in het dorp zitten te springen om personeel. Werknemers van ver worden bij gebrek aan betere oplossing per bus aangevoerd vanuit Dunedin, een stad op een uur rijden.
‘Het is ploeteren’
Cadogan: “We hebben hier honderden en honderden banen, goedbetaald en kansrijk”, prijst hij zijn dorp aan in de Nieuw-Zeelandse media. En: “Zoveel dingen die voor Nieuw-Zeelanders belangrijk zijn, zoals een eigen huis, zijn onbereikbaar geworden voor velen. Het is ploeteren – en dat stemt me verdrietig.”
Kaitangata is een kleinschalige gemeenschap, waar de mensen hun achterdeur niet op slot doen en de kinderen door het hele dorp uit spelen gaan.
Een boer uit het dorp, Evan Dick, is het met de eerste burger eens en heeft een paar percelen mét eengezinswoning erop in de aanbieding voor 230.000 Nieuw-Zeelandse dollars (147.400 euro). Hij vergelijkt die prijs met die voor een woning in Auckland, de grootste stad van het land, die eerder op 800.000 dollar liggen (512.000 euro). "We willen dat blauwe boorden-gezinnen hierheen komen en hun hun droomleven - de Kiwi-droom - opbouwen."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl